Ruim drie jaar geleden las ik ‘De uitnodiging‘ van W.Paul Young. Een fascinerend boek. Het ging over een man die door een auto-ongeluk in coma raakte en toen in een boshut een ontmoeting had met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het hoofdthema van zijn gesprekken met God was de verdwijning van en vermoedelijke moord op zijn dochtertje. Het is natuurlijk gewaagd om in je fantasie Vader, Zoon en Geest een menselijke gestalte te geven en sprekend op te voeren. Schep je daarmee niet een god naar jouw beeld? Naar mijn idee is het Young gelukt daaraan te ontkomen en is zijn boek op een originele manier een bijbelse vertolking geworden van de betekenis van het Evangelie in een situatie van rouw.
In zijn nieuwe boek ‘De oversteek‘ uit 2013 past Young dezelfde ’truc’ toe. Nu is het coma het gevolg van een hersenbloeding en betreft het een keiharde zakenman die zich vervreemd heeft van zijn omgeving. Via z’n coma komt hij terecht in een soort tijdelijke parallel-wereld en spreekt daar met Lewis, met de drie goddelijke personen en met nare mens-geworden afsplitsingen van z’n eigen ego. Daarnaast huist hij op bepaalde momenten ook in het hoofd van enkele mensen in de gewone wereld. Door dit alles geeft God hem een kans om veel uit z’n verknoeide leven alsnog recht te zetten.
Hier en daar vind ik dit boek minder overtuigend dan het eerste. Toch ben ik ook nu weer geraakt door de manier waarop Young het Evangelie met z’n reikwijdte aan de orde stelt. Bovendien vind ik het passend bij de kern van het Evangelie te fantaseren over de optie dat mensen na de dood een herkansing krijgen. Misschien geeft 1 Petrus 3:19 reden te denken dat dit meer dan een fantasie is. Zie ook wat Lewis daarover schrijft in ‘De grote scheiding’.
Dat boeken als die van Young je raken komt door de kracht van de artistieke verbeelding, en die kan vorm worden gegeven in woorden maar ook in klanken. Preken over het Evangelie komen vaak vooral via je hoofd bij je binnen terwijl een verhaal of een muziekstuk sneller je hart bereikt. Daarom worden mensen dan ook als christen diep ontroerd door de cantates van Bach. Zelfs als boeken alleen indirect over God en evangelische waarden gaan – zoals de Narnia-verhalen van Lewis en ‘In de ban van de ring’ van Tolkien – maken ze mij als gelovige lezer enthousiast over Gods liefde.