Weer eens stuitte ik op bibliotheek-vandalisme: oudere boeken worden stelselmatig verwijderd. Wil ik een uitgave van vóór de Tweede Wereldoorlog lezen, dan kan ik niet meer terecht bij m’n eigen openbare bibliotheek maar ben ik voor een paar euro per boek aangewezen op universiteitsbibliotheken of de Koninklijke Bibliotheek. Dus kies ik er soms maar voor zo’n boek te kopen. Zo ben ik in het bezit gekomen van de twee delen van De splinter van den tooverspiegel: Uni Hjelde en Harriet Waage, in 1917 gepubliceerd door de Noorse schrijfster Sigrid Undset en in 1929 in het Nederlands vertaald.
Deze werken zijn door vele andere gevolgd zoals de indrukwekkende historische trilogie Kristin Lavransdochter (origineel verschenen in 1920-1922), waarin het middeleeuwse katholicisme een grote rol speelt. Alleen al om dit laatste boek is het begrijpelijk dat Sigrid Undset in 1928 de Nobelprijs ontving. Zo zijn haar natuurbeschrijvingen knap en kan ze heel invoelend en gedetailleerd emoties en stemmingen weergeven.
Anders dan Kristin Lavransdochter heb ik het genoemde tweeluik ‘De splinter van de toverspiegel’ niet in m’n hart kunnen sluiten. Beide boeken beschrijven het leven van een vrouw, die gedreven wordt door onlust over haar huwelijk en kiest voor overspel, maar die ook daarin geen blijvend geluk vindt. God en zijn gebod spelen geen rol in hun leven, nergens blijkt dat hun ontrouw aan hun trouwbelofte hun dwarszit, een bevredigende dagbesteding ontbreekt. Ze worden willoos meegesleept door hun gevoelens.
Daar komt nog bij dat deze dolende vrouwen leefden in de tijd dat er honderdduizenden jongemannen gruwelijk afgeslacht werden in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Die oorlog wordt, als ik me goed herinner, maar eenmaal in het voorbijgaan genoemd. Voor de beschreven vrouwen zijn alleen hun gevoelens van belang, hun verlangen naar het (ongrijpbare) geluk.
Om dit alles hebben beide boeken mij telkens geweldig geïrriteerd. Een overspelfilm als Dokter Zjivago is heel anders bij me overgekomen: je hebt medelijden met de prachtige Tonja die door haar man Joeri Zjivago in de steek gelaten wordt, je snapt Joeri’s passie voor Lara, je voelt je met hem verslagen als hij zowel Tonja als Lara kwijtraakt. Een verhaal dat naar de strot grijpt. Uni Hjelde en Harriet Waage roepen alleen ergernis op zoals zij zich door hun emoties laten leiden.
Wat wilde Sigrid Undset eigenlijk met deze twee boeken? Alleen een beschrijving geven hoe het in bepaalde kringen er soms aan toeging? Ze geeft zelf een antwoord door de samenvattende titel van beide boeken: ‘De splinter van de toverspiegel’. Nergens in het boek ben ik een verklaring tegengekomen van deze titel. Voor haar lezers hoefde dat ook niet, want die dachten vast aan het sprookje ‘De sneeuwkoningin’ van de Deense schrijver Hans Christian Andersen. Daarin wordt verteld hoe een boze trol een spiegel had gemaakt waarin al het goede en mooie dat je erin spiegelde ineenschrompelde en waarin wat niet deugde nog erger werd. Op een gegeven moment brak die spiegel in ontelbare stukjes. Sommige daarvan waren niet groter dan een zandkorrel en kwamen terecht in de ogen van mensen. Toen bleek dat ieder splintertje dezelfde kracht had bewaard als de hele spiegel. Mensen met zo’n splinter in de ogen hadden alleen maar aandacht voor wat er verkeerd was aan de dingen.
Dat verhaal van Andersen verklaart de opzet van Undset: zij schildert in beide boeken vrouwen die blind zijn voor het goede in hun huwelijk en die de zwakke kanten van hun man en de donkere zijden van hun situatie uitvergroten. Nu ik dit weet lees ik beide boeken anders. Ik kijk nu meer met mededogen naar die dwalende vrouwen. Tegelijk beluister ik in die boeken een impliciete oproep: blaas de beperkingen die zich in je huwelijk voordoen niet op maar wees tevreden met het eenvoudige geluk dat voor het grijpen ligt. Dient zich bij Undset hier al haar latere overgang aan naar het katholicisme?